Wat mag een kat met diabetes eten? Dagelijkse richtlijnen

Als je kat de diagnose diabetes krijgt, staat je wereld even stil. Opeens draait alles om bloedsuikerwaarden, insuline, vaste eetmomenten en… wat er precies in het voerbakje belandt. Het is geen kleine aanpassing — voor je kat niet, maar ook niet voor jou als baasje. Gelukkig is voeding een krachtig hulpmiddel. Mits je weet waar je op moet letten.

Waarom voeding zo’n grote rol speelt bij katten met diabetes

Diabetes mellitus bij katten betekent dat het lichaam moeite heeft met het reguleren van bloedsuiker. Meestal gaat het om type 2, waarbij de cellen minder gevoelig zijn voor insuline. Het juiste dieet helpt de bloedsuikerspiegel stabiel te houden en vermindert de noodzaak voor medicatie.

Sommige katten kunnen zelfs (tijdelijk) in remissie gaan — vooral als je er vroeg bij bent én de voeding goed aansluit bij hun behoefte.

En net op dat moment… voel je hoe belangrijk het is om juiste keuzes te maken, elke dag weer.

Welke voeding past bij een kat met diabetes?

Volgens recente richtlijnen van dierenartsen is het ideaal om te kiezen voor voeding met een laag koolhydraatgehalte en een hoog eiwitgehalte. Dit helpt om pieken in de bloedsuikerspiegel te voorkomen.

Belangrijke richtlijnen:

• Kies voeding met minder dan 10% koolhydraten (op droge stofbasis)
• Geef meerdere kleine maaltijden per dag, bij voorkeur op vaste tijden
• Combineer voeding met insulineschema (indien van toepassing)

Misschien herken je dit zelf ook…

Je denkt terug aan die ochtend. Je kat miauwde wat zeurderig, liet haar brokjes staan, dronk meer dan normaal. Iets klopte niet. De dierenarts bevestigde je gevoel: diabetes. En sindsdien is eten niet zomaar eten meer.

“Ik had nooit gedacht dat voeding zóveel impact kon hebben. Sinds we zijn overgestapt op een nat dieet met weinig koolhydraten, is de bloedsuiker van onze kat stabieler dan ooit.” — Erik, Leiden

Wat mag je kat wél en wat liever niet?

Wél geschikt:

• Natvoer speciaal voor diabetische katten
• Gekookte kip, kalkoen of mager rundvlees (zonder saus of kruiden)
• Kleine porties op vaste tijden

Liever vermijden:

• Droogvoer met veel granen of maïs
• Traktaties met suiker, honing of siroop
• Onregelmatige eetschema’s

Het is een klein detail, maar het kan veel verschil maken — zoals het kiezen van een natvoer met juist 3% koolhydraten in plaats van 15%.

Kan mijn kat nog snoepjes krijgen?

Daarom voelt het vaak als een zoektocht. Je wilt je kat verwennen, maar zonder de bloedsuiker te verstoren. Gelukkig zijn er steeds meer traktaties op de markt die koolhydraatarm zijn — bijvoorbeeld op basis van gevriesdroogd vlees.

Je kunt ook zelf kleine stukjes kip of witvis koken en invriezen. Geef ze als beloning op vaste tijden, zodat je insulineschema niet in de war raakt.

Wat als mijn kat het nieuwe dieet weigert?

Het komt vaker voor dan je denkt. Vooral bij katten die jarenlang brokjes aten, is de overstap naar natvoer soms lastig. Meng het oude voer langzaam met het nieuwe. Warm natvoer licht op om de geur te versterken.

En als dat niet werkt? Vraag je dierenarts om alternatieve merken of samen met jou naar een passende oplossing te kijken.

Let ook op beweging en stress

Het lijkt misschien niet direct met voeding te maken te hebben, maar katten die regelmatig spelen en zich veilig voelen, hebben vaak stabielere bloedsuikers. Zorg voor voldoende prikkels, speelmomenten en een rustige leefomgeving.

Een goed dieet begint met begrip. Niet alleen voor de cijfers, maar ook voor het karakter en ritme van je kat.

Je hoeft het niet alleen te doen. Met zorg, ritme en kennis geef je je kat elke dag opnieuw een kans op balans.