Pancreatitis hond: hoeveel g vet per 100 kcal is vetarm?

Veel NL-blogs praten nog in % vet of “laag vet” zonder rekenmethode. Hier vul ik de SERP-leemte: g vet per 100 kcal met concrete drempeller en voorbeelden.

Kort antwoord: In de praktijk geldt voor honden met (een risico op) pancreatitis dat ‘vetarm’ ≈ ≤3 g vet/100 kcal is. Voor gevoelige gevallen mik je op 2–3 g/100 kcal; kies consequent voer met energiegegevens zodat je dit kunt controleren.

“Sinds ik het echt in g/100 kcal reken, vallen de verschillen tussen ‘laag vet’ voeders pas op. Het is even puzzelen, maar daarna voelt het eindelijk zeker.”

Het probleem: ‘vetarm’ is vaag zonder eenheid

Veel fabrikanten communiceren % vet (as-fed of DM), maar je hond eet energie. Twee voeders met 9% vet kunnen qua g/100 kcal sterk verschillen door andere energiedichtheid.

“Toen ik twee ‘light’-brokken vergeleek, bleek de ene bijna 1 g/100 kcal vet méér te leveren. Dat merk je bij een hond met gevoelige alvleesklier.”

Termen kort uitgelegd

• As-fed = analyse op het product zoals het in de zak zit (met vocht).
• DM (droge stof) = zonder vocht; handig om voeders te vergelijken.
• ME = metabole energie (kcal) die het dier daadwerkelijk kan benutten.

Feit & methode: zo reken je g vet per 100 kcal

De snelle vuistregel wanneer het etiket kcal/100 g geeft:

g vet per 100 kcal = (vet (g/100 g) ÷ kcal/100 g) × 100

Voorbeeld 1

Voer A: 7 g vet/100 g, 350 kcal/100 g → (7 ÷ 350) × 100 = 2,0 g/100 kcal (ultra-laag)

Voorbeeld 2

Voer B: 9 g vet/100 g, 300 kcal/100 g → (9 ÷ 300) × 100 = 3,0 g/100 kcal (laag)

Voorbeeld 3

Voer C: 10 g vet/100 g, 380 kcal/100 g → (10 ÷ 380) × 100 = 2,63 g/100 kcal (laag)

Original Insight

• Doel bij (recente) pancreatitis: ≤3 g/100 kcal, ideaal 2–3 g/100 kcal.
• Controle: reken altijd met kcal/100 g (of kcal/kg → deel door 10).
• Snelle check winkel: 7–9 g vet/100 g is vaak oké, mits kcal/100 g 300–360.
• Overstap: verlaag vet in stappen van ~0,5 g/100 kcal per 1–2 weken.
• Porties: verdeel dagportie in 3–4 kleine maaltijden voor stabielere lipasebelasting.

Q&A mini-gids (echte vragen)

1) Wat is nu “vetarm” in heldere getallen?

Praktisch bruikbaar: ≤3 g/100 kcal. Bij zeer gevoelige honden of frequente recidieven streef je naar 2–3 g/100 kcal. Deze bandbreedte sluit aan bij klinische ervaring en de samenstelling van ‘GI/low fat’ diëten in de markt.

2) Hoe bereken ik het als de fabrikant alleen kcal/kg en % vet geeft?

Zet eerst kcal/kg → kcal/100 g (deel door 10). Neem vet g/100 g uit het etiket (of reken % om: 9% = 9 g/100 g). Pas de formule toe bovenaan.

3) As-fed of DM: maakt dat uit?

Ja. DM is handig om voeders onderling te vergelijken, maar doseren doe je op as-fed + kcal. Gebruik DM vooral als extra controle, niet als enige criterium.

4) Mijn hond valt af op vetarm; wat nu?

Vet verlaagt g/100 kcal, maar totale kcal moeten wél kloppen. Verhoog de hoeveelheid (kcal/dag) of kies een voer met iets hogere energie bij gelijk vet-per-100 kcal. Overleg bij twijfel.

5) Is dit veilig voor pups of senioren?

Meestal is langdurig “ultra-laag” ongewenst zonder indicatie. Bij pups en senioren is balans cruciaal. Bij medische noodzaak: altijd in samenspraak met je eigen dierenarts.

Mini-beslisboom: welk vetniveau kies je?

• Recent acute pancreatitis / recidief-gevoelig / hyperlipidemie → 2–3 g/100 kcal
• Milde GI-klachten of preventie bij risicoprofiel → ≤3 g/100 kcal
• Stabiele remissie, conditie daalt → geleidelijk testen naar 3–3,5 g/100 kcal (onder begeleiding)

Label-check in 2 minuten (met rekenvoorbeeld)

1. Noteer vet g/100 g (bijv. 8 g).
2. Noteer kcal/kg (bijv. 3400) → 340 kcal/100 g.
3. Reken: 8 ÷ 340 × 100 = 2,35 g/100 kcal.
4. Past dat bij je doelrange? Zo ja, check dan ook eiwit/vezel/verteerbaarheid.

Kleine NL-praktijktip: Honden die binnenshuis weinig bewegen, doen het op vetarm vaak beter met 3–4 maaltijden/dag i.p.v. 2, om piekbelasting te vermijden.

Een woord over energie & formules

Voor het omrekenen tussen per 100 g DM en per 1000 kcal zijn er standaardconversies in de Europese richtlijn. Zoals in de FEDIAF Nutritional Guidelines 2024 staat: “Units/100 g DM × 2.5 = units/1000 kcal”. Dat ondersteunt precies waarom per 100 kcal denken zinnig is bij pancreatitis—je vergelijkt op energie-basis in plaats van alleen op procenten.

— European Pet Food Industry Federation (FEDIAF), Nutritional Guidelines 2024 FEDIAF Nutritional Guidelines 2024 (PDF)

Waarom dit telt: bij gevoelige alvleesklier is het vet per energiemaatstaf dat de belasting voorspelt, niet het kale vet-%.

Veelgemaakte valkuilen

• Alleen naar % vet kijken zonder kcal.
• Voer wisselen te snel; geef 7–14 dagen voor evaluatie.
• Snacks negeren: 1 eetlepel vetrijke snack kan >0,5 g/100 kcal effect hebben op de daggemiddelde inname.

NL-VS mini-contrast

In de VS staan kcal/portie soms prominenter op de zak; in NL zie je vaker kcal/kg op de analytische componenten. Het rekentrucje blijft hetzelfde—alleen even omzetten naar kcal/100 g.

Kleine tabel: van etiket naar g/100 kcal

Vet (g/100 g)	kcal/100 g	g vet/100 kcal
7	350	2,00
8	340	2,35
9	300	3,00

Praktische vervolgstap & waar vind je meer context

Wil je breder oriënteren op dieetkeuzes (allergie, GI, nieren) en hoe je deze rekenmethode inzet in je selectie? Lees ook onze gids voor de juiste dieetkeuze en wat ‘veterinaire dieetvoeding’ op het etiket precies betekent:

• welke dieetvoeding past het best bij mijn hond?
• wat betekent ‘veterinaire dieetvoeding’ op het etiket?

Trigger-vragen om jezelf te stellen

• “Hoeveel kcal/dag krijgt mijn hond nu echt?”
• “Zitten er stiekeme vetrijke snacks/tafelsnacks in het schema?”
• “Kan ik hetzelfde vet-per-100 kcal houden maar kcal/dag verhogen voor gewicht?”

“Het gaf me zoveel rust toen ik eindelijk wist welke getallen ik moest volgen. De paniek rond elke maaltijd zakte gewoon.”

Medische noot: Deze informatie is educatief; voor diagnose/therapie volg je altijd je eigen dierenarts.